Volgens Plato was verwondering het begin van de filosofie. Spreken over verwondering is, hoe bescheiden het ook lijkt, een pretentieuze onderneming. Hetgeen men verwondering noemt is niet eĢeĢn duidelijk te omschrijven gevoel, maar het laat een scala van mogelijkheden toe, omdat het een houding is ten opzichte van een andere werkelijkheid, die zich eventueel via een kunstwerk manifesteert. Er bestaan graden van intensiteit; vanaf een lichte verwondering, verrassing, verbazing en verbijstering tot aan ontsteltenis toe. De graad van hevigheid wordt bepaald door de aard van de betreffende persoon en door de situatie waarin het plaats vindt. Wat de een verbaast, is voor de ander geheel vanzelfsprekend. We hebben er romantische opvattingen over en denken bij verwondering bijvoorbeeld aan een dichter, die door het leven gaat, zich alsmaar verwonderend over dingen die anderen niet opmerken, of heel gewoon vinden. Verwondering plaatst de mens even buiten zijn vertrouwde wereld. Het voelt als een natuurverschijnsel, maar wie er eenmaal voor openstaat, ontkomt er niet meer aan.

De mens is er om dingen te beschouwen en zich erover te verwonderen. ā€˜Zum Erstaunen bin ich daā€™, zei Goethe. Een belangrijke taak van de kunst is dat het bezoekers de mogelijkheid biedt zich te verwonderen. In deze verwondering schuilt een belangrijk aspect van de persoonlijke ontwikkeling: het verbaasd zijn en vooral nieuwsgierig worden naar het onbekende. Het is uitdagend voor de kunstenaar om zijn verwondering in beelden om te zetten en zijn bewogenheid, ontroering, of wellicht verontwaardiging te delen met de geĆÆntrigeerde beschouwer. Als we naar de wereld rondom ons proberen te kijken alsā€Æeen kind zonder (voor)oordelen, zullen we voortdurend nieuwe dingen ervaren. De kunstenaar zal zich zoveel mogelijk losmaken van de dagelijkse ā€Æroutine, om ruimte en tijd te scheppen voor nieuwe en vernieuwende kunst. Laten we ons dus vooral blijven verwonderenā€¦

Jos Solberg, beeldend kunstenaar